Betere medezeggenschap kost meer tijd

De medezeggenschapsmonitor laat zien welke zaken goed gaan en waar verbeterpunten zitten. Over het algemeen zijn de ondervraagde raadsleden van mening  dat ze een derde meer tijd nodig hebben voor het werk in de medezeggenschap. Raadsleden ervaren nu onvoldoende tijd om contact te leggen met hun achterban, zichzelf bij te scholen en om vergaderingen voor te bereiden. Zo werkt 66% van de personeelsgeleding ook buiten werktijd aan het medezeggenschapswerk.

De medezeggenschapsmonitor toont naast de verbeterpunten ook aan welke zaken goed gaan. De 1200 studenten en medewerkers uit de medezeggenschap en de 150 bestuurders die de enquête hebben ingevuld, ervaren over het algemeen de cultuur als positief. Zo vinden ze dat het gesprek open en constructief is en dat er een duidelijke agenda aan ten grondslag ligt. Driekwart van de bestuurders is tevreden over het functioneren van de medezeggenschap.

Verder blijkt dat bestuurders over de ondervraagde punten in vergelijking met de raadsleden meestal positiever zijn. Zo vindt 76% van de raadsleden dat bestuurszaken altijd of meestal op tijd worden geagendeerd ten opzichte van 98% van de bestuurders. Een ander voorbeeld is dat 39% van de raadsleden vindt dat ze meestal of altijd tijdig worden geïnformeerd ten opzichte van 91% van de bestuurders. “Dit maakt duidelijk dat bestuurders en raadsleden andere opvattingen hebben over hetzelfde werk. Medezeggenschap en bestuur moeten samen in gesprek gaan over dit verschil in beleving.”, zegt de Nie.

Uit de monitor komt tot slot naar voren dat raadsleden meer behoefte hebben aan juridische ondersteuning (36%) en aan juridische, financiële en andere inhoudelijke scholing (44%). Het tekort daaraan gaat, volgens de respondenten, nu ten koste van de invloed van de raad op sommige onderdelen van het beleid. Raadsleden geven aan dat ze met meer tijd, kennis en ervaring beter zouden kunnen functioneren in de raad.

De medezeggenschapsmonitor is een onderzoek naar de staat van de medezeggenschap binnen het hoger onderwijs. Het onderzoek is een initiatief van het ISO in samenwerking met de VSNU, Vereniging Hogescholen, Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen, LOF, LSVb, SOM, en LOVUM. 1200 Studenten en medewerkers uit de medezeggenschap en 150 bestuurders hebben de enquête ingevuld.