Korte lijntjes als kracht van de OC

De opleidingscommissie van de opleiding bestuurs- en organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht bestaat binnen de community die de opleiding B&O is. Precies dat is de kracht van de opleidingscommissie: de korte lijntjes.

Waar het voor sommige OC’s moeilijk is om docenten, de directie of andere medewerkers te spreken om welke reden dan ook, is dit op de opleiding bestuurs- en organisatiewetenschap (B&O) betrekkelijk eenvoudig. Er heerst een informele sfeer op de gehele opleiding, een ware ‘community’ zoals de opleiding het zelf regelmatig aanduidt. De gehele opleiding heeft een eigen pand waar iedereen eenvoudig te vinden is en elkaar regelmatig ziet. Naast de praktische vormgeving van die ‘community’, zit die sfeer ook in zaken zoals aanspreekvormen. Zo worden alle docenten ongeacht hun functie bij hun voornaam aangesproken en kent het merendeel van de docenten studenten bij naam. Dit vereenvoudigt de functie van de OC ook, docenten weten over het algemeen wel wie er actief is in de medezeggenschap en de drempel om iemand iets uit die functie te vragen is relatief laag.

Dakpanconstructie

De OC van de opleiding bestuurs- en organisatiewetenschap bestaat uit acht personen: 4 studenten en 4 docenten. De studenten zijn een afspiegeling van de studenten op de opleiding, dat wil zeggen: een eerstejaars-, tweedejaars-, derdejaars- en masterstudent. De studenten zitten in principe voor één jaar in de OC, maar zijn er vrij in om aan het einde van die termijn opnieuw te solliciteren. Om continuïteit te garanderen wisselt niet de volledige OC aan het einde van het jaar. De nieuwe eerstejaarsstudent komt pas in februari in de OC, dan blijft hij/zij (deels als tweedejaars) zitten tot februari. Op deze manier begint de OC niet steeds weer bij 0. Aan het einde van het jaar is er al iemand die weet hoe alles werkt en de drie nieuwe studenten in kan werken, in februari is dit precies andersom.

Studentenpanels

Naast de wettelijke taken heeft de OC van B&O ook de regie over de studentenpanels die een aantal keer per jaar plaatsvinden. Elk jaar van de bachelor heeft een eigen panel en voor de master is er een collectief panel. In deze gesprekken gaan ‘gewone studenten’ (lees: geen medezeggenschappers) in gesprek met een OC-lid en de bachelor- of masterdirecteur over het onderwijs. Deze panels zijn voor zowel de OC als de onderwijsdirectie waardevol omdat zo in een informele sfeer duidelijk wordt wat goed gaat en waar nog verbeterpunten zijn.

Zichtbaarheid

Een terugkerend probleem voor veel opleidingscommissies is zichtbaarheid. Op de B&O wordt dit probleem bestreden door na een vergadering de (geanonimiseerde) notulen beschikbaar te stellen voor alle studenten. Op deze manier blijven studenten op de hoogte van wat er gebeurt in de medezeggenschap.

Studentbelang

Omdat studenten op de opleiding B&O in principe maar één jaar in de (mede)zeggenschap zitten, is het belangrijk om goed contact met elkaar te houden. Je kan maar beter profiteren van elkaars kennis toch? Vandaar dat er – in samenwerking met de studievereniging – een overkoepelend overlegorgaan tussen alle (mede)zeggenschappers opgericht is: Studentbelang. In Studentbelang delen studenten die actief zijn in de (mede)zeggenschap kennis en informatie met elkaar en werken daarnaast aan functie overschrijdende onderwerpen zoals ‘internationalisering’ en ‘stress’. Doordat het onderlinge contact goed is, kunnen de verschillende organen goed inspelen op thema’s die op meerdere niveaus terugkomen. Vooral in situaties zoals het overlappende instemmingsrecht op de OER erg handig!