Alle neuzen dezelfde kant op, hoe doe je dat?

Alle betrokkenen in en rondom een opleidingscommissie (OC) moeten precies van elkaar weten waar ze mee bezig zijn. Zo is de opleidingsdirecteur nauw betrokken bij de OC van de Interfacultaire Lerarenopleiding, onderdeel van de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding (POWL, Universiteit van Amsterdam).

De opleidingsdirecteur zit het eerste half uur bij elke OC-vergadering. In dit halfuurtje vragen we haar om terug te koppelen welke acties ondernomen zijn naar aanleiding van onze adviezen. Daarnaast is er ruimte om nieuwe punten aan te dragen en om een open gesprek te voeren over vragen van student- en docentleden.

Notulen delen
Transparantie en korte lijnen zijn erg belangrijk voor een goed functionerende OC. Daarom delen de OC en de Kwaliteitszorgcommissie (kwazo) in een Blackboardomgeving de notulen van alle overleggen en evaluaties van studieonderdelen. De OC is een vast agendapunt in de vergaderingen van de kwazo. Om tijdens de vergaderingen inhoudelijkere discussies te voeren, bereiden student- en docentleden de te lezen stukken voor in kleine groepjes. Zo heeft iedereen voldoende tijd om zich in te lezen en houdt de OC rekening met de werk- en studielast van student- en docentleden. Ook ontstaat er in deze kleine groepjes meer begrip voor elkaars positie, omdat studenten en docenten zaken vanuit verschillende perspectieven benaderen.

Balans
Om de discussies gelijkwaardig te laten verlopen, heeft de OC een gebalanceerde samenstelling. Naast studentleden van de drie clusters (alfa, bèta en gamma), hebben we seniordocenten en juniordocenten als leden. Daarmee combineert de OC de expertise van de seniordocent met de frisse blik van de juniordocent. De OC is daarnaast actief bezig om ook op voorzittersniveau recht te doen aan die balans door een studentlid in te stellen als vicevoorzitter.

Adviezen neerleggen
De OC is een belangrijke plek voor studentleden om adviezen neer te leggen over de kwaliteit van de opleidingen. Deze adviezen neemt de opleidingsdirecteur mee in andere vergaderingen met docenten, de Examencommissie (excie) of de kwazo. Daarnaast zijn de adviezen leidend tijdens het voorbereiden van een nieuwe onderwijs- en examenregeling (OER). Het OC kijkt samen met de secretaris van de excie, tevens de secretaris van de OC, naar het OER. Zo komen de excie en de OC met elkaar tot een wensenpakket. Aan het einde van het traject zitten enkele leden van de OC, de excie en de kwazo met de opleidingsdirecteur rond de tafel om met eindadviezen voor een nieuw OER te komen.

Verder is de OC een plek om in gesprek te gaan met docentleden. De achterban van docentleden betrekken we ook bij de OC. De OC is bijvoorbeeld een vast agendapunt op de werkoverleggen van docenten. Zo krijgen docentleden de kans om punten vanuit de OC terug te koppelen en kunnen ze eventueel input verzamelen voor het OC-overleg.

Tenslotte stimuleren de opleidingsdirecteur en de voorzitter de OC-studentleden om te participeren in bijeenkomsten van bijvoorbeeld het ministerie, de inspectie en UvA-breed. Zo doen OC-leden meer kennis op en leren ze beter netwerken. Dat is goed voor de kennisverbreding en draagt bij aan de constructieve gesprekken over de kwaliteit van de opleiding.

“De OC heeft overal wel een paar oren en ogen.”