OC is niet alleen de bewaker, maar ook de inspecteur

De opleidingscommissie (OC) Fysiotherapie van de Hanzehogeschool Groningen wil niet alleen adviseren, maar ook actief problemen onderzoeken. Een bewaker en inspecteur in één dus. De belangrijkste punten waar de OC nu op focust, zijn de kwaliteit van het taalgebruik van studenten en docenten en de studentenbetrokkenheid.

Tot nu toe gaf de OC adviezen over aangeleverde stukken. Bijvoorbeeld het concept van de nieuwe onderwijs- en examenregeling (OER), de tussentijdse aanpassingen aan de OER en de teksten voor Osiris (de onderwijsbeschrijving). Naast deze reactieve werkwijze, gaan we nu pro-actiever aan de slag.

Taalgebruik
De adviezen van onze OC gaan vaak over de kwaliteit van taalgebruik. Dit betreft de OER en Osiris, maar ook onderwijsdocumenten en studentenwerk. Zo klagen studenten over het schriftelijk taalgebruik in studiehandleidingen, toetsen en over het taalgebruik van docenten in zowel het Nederlands als het Engels. Docenten klagen op hun beurt over het matige taalgebruik in ingeleverde opdrachten.

Meer feedback
Uit de bespreking van de Nationale Studentenenquête (NSE) kwam de conclusie dat studenten meer behoefte hebben aan tussentijdse feedback op hun taalgebruik. Onvoldoende taalbeheersing kan leiden tot een onvoldoende resultaat. Het afstudeeronderzoek van een student Fysiotherapie kreeg bijvoorbeeld een nominatie voor een scriptieprijs. Knap, maar helaas stonden er ook opmerkingen in het juryrapport over het matige taalgebruik. Dergelijke opmerkingen behoren in de ogen van de OC tot het verleden.

Niet alleen op de Hanzehogeschool Groningen zijn er vragen over de kwaliteit van het taalgebruik. Door toenemend gebruik van de Engelse taal in het onderwijs sluipt veel (incorrect) Engels het Nederlandstalige onderwijs binnen. Ook beheersen docenten die in het Engels lesgeven, deze taal soms onvoldoende.

Geen acties
Kennelijk is er weinig motivatie bij docenten en studenten om zowel in het onderwijsmateriaal (studiehandleidingen) als in het studentenwerk kritisch te zijn op correct taalgebruik. Docenten en studenten wijzen vooral naar elkaar. Aan de ene kant vinden studenten dat docenten verzuimen om studiehandleidingen foutloos aan te bieden en studenten te corrigeren op hun taalgebruik. Anderzijds zeggen docenten dat studenten verzuimen om foutloos werk in te leveren en niet eens de moeite nemen om hun stukken te laten nakijken door iemand die het wel goed beheerst.

De bovenstaande discussie maakt duidelijk dat bij taalgebruik zowel de studeerbaarheid als de werkdruk in het geding zijn. Vanwege de samenstelling is de OC, waar de verbinding tussen studenten en docenten centraal staat, ideaal om dit probleem te bespreken. We stellen daarom vragen hierover aan het managementteam (de dean, de teamleiding). Verder kaarten we taalkwaliteit aan bij onder andere de curriculumcommissie, de kwaliteitszorgcommissie, overlegorganen van docenten, individuele docenten, studentenorganen en individuele studenten. Ook zullen we binnenkort op een studiedag van docenten inventariseren hoe erg het onderwerp leeft.

Studentbetrokkenheid
Een ander punt waar de OC op focust is studentbetrokkenheid. Zo breidt het studentenpanel, bestaande uit studentleden van de medezeggenschapsraad en een student-lid namens het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), uit met de studentleden van de OC. Door deze samenwerking kunnen meer onderwerpen en problemen direct worden besproken met de teamleiding van de opleiding Fysiotherapie. Dit kunnen curriculum-gerelateerde zaken zijn, maar ook infrastructurele kwesties zoals het zorgen voor voldoende computers, trainingsapparatuur en ander oefenmateriaal.

Het informele overleg, de mogelijkheid voor overleg met andere organen en de bijbehorende achterban maakt de functie van studentlid van een OC interessanter. We hopen dat daardoor de studentenbetrokkenheid omhoog gaat. Immers: door actief bezig te zijn op de achtergrond, ben je op de hoogte van wat er allemaal speelt rondom je eigen studie en kun je zelf problemen aankaarten.

“Naast onze reactieve werkwijze, gaan we proactief onderzoek doen naar taalgebruik en studentbetrokkenheid.”