De schandpaal moet naar zolder als je transparant vakken wilt evalueren. Lees hier waarom.

In maandelijkse vergaderingen bespreekt de Opleidingscommissie (OC) Biowetenschappen van de Radboud Universiteit signalen uit studentenevaluaties en de jaarlijkse nationale studentenenquête. Maar ook signalen die leden hebben opgevangen in andere commissies of de medezeggenschapsraad. Of informele signalen uit de wandelgangen. Wat doen ze daar vervolgens mee? Hoe creëren ze impact?

We geven ongevraagd advies
De OC ziet de curriculumvernieuwing van de bacheloropleiding als een kans. Wij wachten dan ook niet tot er een eerste versie van het nieuwe curriculum ligt, maar schrijven via de opleidingsdirecteur aan de toekomstige curriculumcommissie een notitie over de problemen die spelen. In het nieuwe curriculum zouden die opgelost moeten worden. Bij de notitie voegen we een lijst met verbeterpunten, bijvoorbeeld ‘versterken van onderwijs in kwantitatieve vaardigheden (wiskunde, statistiek)’ en ‘studenten meer mogelijkheden geven om zich voor te bereiden c.q. te oriënteren op de beroepsloopbaan’. En als de curriculumcommissie begint aan haar taak, is de voorzitter uitgenodigd in een OC vergadering om afspraken te maken over momenten waarop de OC advies gaat geven. Door deze actieve houding maximaliseren we onze invloed op de onderwijskwaliteit.

We monitoren slecht beoordeelde vakken
Een ander voorbeeld. Bij grote kwaliteitsissues informeert en adviseert de OC uiteraard de onderwijsdirecteur om actie te ondernemen. Maar we houden ook graag de druk erop in ogenschijnlijk minder belangrijke zaken. Als een docent onvoldoende blijkt te reflecteren op zijn cursus na een kritische vakevaluatie, is actie van de onderwijsdirecteur wellicht een te zwaar middel. Wij spreken docenten zelf aan in een dergelijke situatie. We verzoeken hem of haar om alsnog te reageren op openstaande evaluatiepunten. De OLC gedraagt zich constructief: het doet er voor ons niet toe of de docent deze bewust of onbewust over heeft geslagen, het gaat erom dat de kwaliteitscyclus compleet is en alle verbeterpunten worden aangepakt.

Zakelijk aanspreken als iemand plicht verzuimt
Alle studenten krijgen na afloop van een cursus via de OC niet alleen de studentenevaluaties, maar ook de docentevaluatie en het oordeel erover. Deze open en kritische manier van met elkaar omgaan, vraagt van beide kanten inzet. Alle betrokkenen in het evaluatieproces moeten serieus en respectvol omgaan met hun recht op meningsuiting. Het is al eens voorgekomen dat studenten (als groep, want hun evaluaties zijn anoniem) of docenten door de OC zijn aangesproken op de bewoordingen die zij gebruikten in de terugkoppeling. Maar dat is gelukkig zelden nodig. In zo’n geval leggen we nog eens uit hoe openbare feedback vruchtbaar kan zijn. Na de eerste koudwatervrees, merken we dat het al een stuk makkelijker gaat. Onze ervaring is: transparantie stimuleert betrokkenheid en daarmee de kwaliteit(szorg).

“Zo open en eerlijk vakken evalueren, schept de plicht om je respectvol uit te drukken”